De dynamiek van een stad, de geborgenheid van een dorp.

Een interview met Harry Boeschoten en Mark Eerenberg

“Ongeacht de dikte van je portemonnee moet je hier kunnen wonen”

Natuurlijk dorps wonen aan de rand van de stad. Voor veel mensen is dit de ideale woonsituatie. Synchroon, Houben/Van Mierlo architecten en DELVA Landscape Architecture & Urbanism hebben in samenwerking met Staatsbosbeheer, het concept StadsBuiten ontwikkeld. Kleine woongemeenschappen aan de rand van steden en natuur. Een plek waar kinderen zorgeloos kunnen spelen en mensen elkaar helpen.

De groen-stedelijke buurttypologie kenmerkt zich als een fijne plek om te wonen en is ontworpen met aandacht voor gezondheid, geluk en duurzaamheid. Groen is er een ‘nutsvoorziening’. De buurten verbinden de natuur met de stad en andersom. De zwemvijver doet bij hevige regenval dienst als waterberging. Grote bomen voorkomen hittestress. Alle bloeiende planten en wilde bloemen zorgen dat insecten en andere dieren zich thuis voelen. Dit paradijsje wordt niet elitair. “Ongeacht de dikte van je portemonnee moet je hier kunnen wonen”, belooft regiomanager Mark Eerenberg van Synchroon.

“Toch is zo’n buurtje niet voor iedereen weggelegd. Het is bedoeld voor mensen die graag in de natuur willen zijn.”

Mentaliteit

De milieubewuste bewoners van deze nieuw te bouwen buurten houden van de stad, maar willen niet hoogstedelijk wonen. Zij zoeken op de fiets of met het ov de drukte op om er te werken, uit eten te gaan en te winkelen. Zij geven de voorkeur aan een kleine schaal en ruimte, houden van sociale interactie en voelen zich verbonden met de omgeving. Toch is zo’n buurtje niet voor iedereen weggelegd. Het is bedoeld voor mensen die graag in de natuur willen zijn. Die openstaan voor het buitenleven, niet dromen van een tuin met schutting, en duurzame idealen nastreven. Die de stad gebruiken voor de voorzieningen, maar het liefst hun eigen groente verbouwen en dat willen delen met buren. Dit hoeft geen utopie te zijn. Een groot deel van de woningbouwopgave wordt nu nog vooral binnenstedelijk ontwikkeld. Het adagium is om vooral van het buitengebied af te blijven. Maar de bouwopgave kan nooit volledig in de stad worden voldaan. Dat wringt.

“En als je binnensteden te veel verdicht, druk je ook al het groen eruit”

zegt programmadirecteur Groene Metropool Harry Boeschoten van Staatsbosbeheer. De natuurorganisatie en Synchroon vonden elkaar in hun vergelijkbare visie en gingen een samenwerking aan.

Synchroon-Circulair-StadsBuiten-Interview-Plek-Portret

“Dit is geen vrijbrief voor bouw maar in natuurgebieden”

“Als je buitenstedelijk bouwt, neem dan de ruimte en creëer groene woonwijken.”

Begrenzing

“Denken in grenzen belemmert het denken in netwerken. Vraag een gemiddelde vlinder of wandelaar waar ergens de gemeentegrens ligt, dan zullen zij beide het antwoord schuldig blijven. Mens en natuur ervaren de wereld als continuüm terwijl wij als beheerders, gemeentebesturen, stedenbouwers of ontwikkelaars dat niet doen. Het zijn allemaal juridische, administratieve, bestuurlijke en politieke grenzen. Probeer daar eens overheen te denken. Dan komt de vraag om buitenstedelijk te bouwen in een andere context te staan. Als je buitenstedelijk bouwt, neem dan de ruimte en creëer groene woonwijken; doe dat niet uit gêne en schaamte dat het eigenlijk niet mag maar voeg dan echt iets toe. Geen armoebouw. Dit is geen vrijbrief voor ‘bouw maar in natuurgebieden’. Dat is niet aan de orde. Maar er zijn in het stedelijk landschap gebieden waarvoor groen bouwen een kwaliteitsverbetering kan zijn”, betoogt Boeschoten.

De initiatiefnemers van StadsBuiten zijn in hun zoektocht meerdere van dit soort gebieden tegengekomen. Zij kijken heel anders aan tegen de snijvlakken tussen bebouwing en natuur. “Aan de rand van de stad zie je een keiharde scheiding tussen waar gebouwd wordt en waar het groen is. Het liefst leggen wij er nog een weg langs. Bewoners die daaraan wonen, hebben vaak niet eens een relatie met het groen”, zegt Eerenberg. Kansen die voor het oprapen liggen, worden niet gepakt.

“Rafelranden bieden kansen voor herontwikkeling”

 
“Natuur is de verbindende factor”

Thema’s

Het doel van Synchroon is om plekken beter te maken voor de mens, natuur en ecologie. StadsBuiten pakt urgente thema’s op als klimaatverandering, hittestress, wateroverlast en afnemende biodiversiteit. Bovendien vliegt het maatschappelijke vraagstukken aan zoals eenzaamheid en gezond leven. Eerenberg: “Wij denken niet alleen vanuit de mens en zijn woonbehoefte, maar wij bekijken ook hoe wij ecologisch kunnen bijdragen.”

Staatsbosbeheer voegt daar vanuit zijn rol als beheerder nog een aantal heikele thema’s aan toe. “Wij leven in een tijd waarin de natuurkwaliteit van het stedelijk gebied en het buitengebied nogal onder druk staan. Kijk maar naar de stikstofcrisis. We zien verder dat de letterlijke afstand tussen kinderen en de natuur steeds groter wordt. Het is niet meer vanzelfsprekend dat een 8-jarig kind in zijn eentje in de natuur komt. De verleiding om binnen te blijven is groter dan de verleiding om naar buiten te gaan. De stad versteent steeds meer. Je moet mensen naar buiten, maar de natuur ook in de stad brengen.”

Ook zijn recreatiepatronen veranderd. Vaak staan steden met de rug tegen de natuur gekeerd. Prachtige gebieden liggen voor het oprapen, maar er zit een ‘tankgracht’ tussen. Natuur en stad zijn niet op elkaar aangesloten. Mensen recreëren er niet eens meer, maar komen er slechts doorheen, op weg naar elders.

Verandering

Synchroon heeft meerdere gebieden op het oog voor StadsBuiten. De ontwikkelaar ‘daagt’ diverse belanghebbenden uit voor een gesprek. Het gaat om overbemeste polders, oude industrieterreinen of voormalige boerenerven. Die rafelranden bieden kansen voor herontwikkeling. Een accupunctuur van doeltreffende ingrepen die een kwaliteitsimpuls geven zowel voor de stad als de natuur.

Voor elk gebied geldt maatwerking. Het motto is altijd delen wat kan en scheiden wat moet. “Wij stimuleren een gemeenschappelijk, openbare ruimte, maar misschien krijgt elke woning wel een eigen veranda, balkon of een andere privéruimte”, verduidelijkt Eerenberg. De woningen staan niet netjes geordend in een rij, maar liggen uitgestrooid over het gebied in het groen. Er is weinig verharding. Elektrische (deel)auto’s staan aan het begin van het wijkje. De collectieve tuin (voor sociale interactie) wordt samen onderhouden. Het kan gaan om een enkel wijkje, maar ook om een variatie van dit soort buurten geclusterd. Met groene assen wordt op de schaal van de stad een duurzame relatie gelegd tussen deze wijken en de verrassend rijke stadsecologie van de (binnen)steden. Natuur is de verbindende factor. De vlinder en de wandelaar vinden er blindelings hun weg.

Synchroon-Circulair-StadsBuiten-Interview-Plek